Sevgi is zes maanden geleden vermoord door haar ex-man. Ze heeft een langdurige strijd moeten voeren voor haar sociaal emotionele bevrijding. Na haar scheiding werd Sevgi gelijk door haar familie en daarna door haar sociale milieu tot ‘persona non grata’ verklaard. Özlem vindt het onacceptabel dat er weinig tot geen ophef is ontstaan binnen haar gemeenschap, ten aanzien van de moord op haar vriendin. Ze is de gemeenschappelijke vermijding zat én ze is het er niet mee eens dat de femicide van Sevgi als taboe onbesproken blijft.
Ӧzlem werk al jaren om zich te helen door het vinden van een balans tussen haar Oosterse en Westerse kant. Ze voelt zich in tweeën gedeeld door de op haar opgelegde ‘’gemeenschappelijke levensprotocol met ongeschreven regels’. De moord van Sevgi heeft Ӧzlem als een vriendin in verwarring gebracht over haar eigen toekomst en de toekomst van haar dochter. In deze verwarrende tijden ontmoet Ӧzlem haar vader Mazlum, in een droom. Als een strijdlustige vrouw confronteert zij haar vader met de vraag; ‘’Wáárom is Sevgi vermoord en wíe is hier verantwoordelijk voor? Ӧzlem gaat de strijd aan om te bespreken wat onbesproken als taboe blijft liggen. Misschien wordt deze ontmoeting de laatste ontmoeting tussen de dochter en haar vader. Zij is vastberaden om duidelijkheid te scheppen over de oorzaak en gevolgen van de plaatsgevonden femicide. Op het moment dat de dochter het vermijdingsgedrag van haar vader zat is, gaat ze over naar een persoonlijke confrontatie. Met deze confrontatie wil zij haar vader inzichten geven in wat ze heeft moeten ondergaan aan den lijve. Haar verhaal legt de onzichtbare sociale, emotionele, mentale en seksistische moorden bloot. Voordat Sevgi fysiek vermoord werd, heeft zij ál deze moorden innerlijk moeten doormaken, of niet soms?
Özlem heeft een belangrijk besluit genomen. Zij wil haar dochter beschermen tegen diezelfde invloeden (cultuur, cultureel erfgoed en opvoeding) om zo haar dochters aardingsproces te laten floreren. Rest de vraag; ‘Hoe, vertelt Özlem dít besluit aan haar vader?’ en ‘Wordt zij óók tot ‘persona non grata’ verklaard door haar vader en de rest van haar familie en sociale milieu?’. Als publiek worden we getuige van een gevoerde strijd ‘om zich te kunnen aarden’ als vrouw, als moeder en als dochter.